Eigentijds onderwijs vraagt om een eigentijdse visie op leren, maar welke eigentijdse visies op leren zijn er? Volgens George Siemens (2004) zijn de behavioristische, cognitivistische en constructivistische leertheorieën tot stand gekomen in een tijd dat het leren nog niet of nauwelijks werd beïnvloed door de technologie. Tegenwoordig heeft de technologie grote impact op hoe we leven, communiceren en hoe we leren (Siemens, 2004). Het constructionisme, dat gebaseerd is op het constructivisme, en het connectivisme sluiten hierbij aan door uit te gaan van de invloed van technologie op het leren.
Een positief leerklimaat, een leerklimaat waarin tegemoet wordt gekomen aan de drie psychologische basisbehoeften (autonomie-relatie-competentie), is voorwaardelijk om tot leren te kunnen komen. Lees verder >>
Het constructionisme dat gebaseerd is op constructivistische principes, is ontwikkeld door Seymour Papert: "het leerproces verloopt beter als de lerende bewust betrokken is bij het construeren van dingen. Lees verder >>
Het connectivisme legt de nadruk bij het leren op het leren in netwerken en het verbinden van kenniselementen waarbij het vermogen om te leren voor de toekomst belangrijker is dan de kennis die er op dit moment is. Lees verder>>
De Maker Movement is geen leertheorie maar is een beweging die het belang van het creëren benadrukt.
De Maker Movement zet zich met het actieve creëren af tegen het passieve consumeren. Lees verder >>
Het C5O-model weerspiegelt een visie op leren die ervan uitgaat dat mensen het meest zinvol leren door samen te creëren, door te ontdekken, te ontwerpen, te onderzoeken, te ondernemen en te organiseren. Lees verder >>